Blog
Hoge Lat
De beoordeling van de onderwijsinspectie is een extra toetsing die het JvO drie jaar geleden nog niet tegenkwam. ,,De lat ligt hoger”, zegt René van Splunteren, conrector van het gymnasium. Ook voor het JvO, de school die het predicaat sinds de invoering in 2012 draagt, was het toch een beetje spannend. De conrector is trots op het behaalde resultaat. De jury is onder de indruk van de manier waarop de school de persoonlijke groei en ontwikkeling van leerlingen én docenten stimuleert. ,,We hebben docenten van hoog niveau. Die vragen een bepaalde autonomie die wij aan hen geven. Door vertrouwen te schenken, komen we samen een stapje hoger. Het is dan ook een prestatie van ons allemaal”, aldus Van Splunteren.
Ook op het Corlaer College lijkt autonomie het toverwoord. De school ontving vandaag ook opnieuw de betiteling excellent voor de havo- en vwo-afdeling. Vorig jaar viel die eer al ten deel aan de vmbo-afdeling. ‘De school is doordrenkt van de visie om leerlingen samen met de docenten vooruit te helpen in hun ontwikkeling’, schrijft de jury in het rapport. ,,De richting van onze school wordt bepaald door onze docenten”, legt Christel Wets, conrector havo-vwo uit. ,,Het gaat ons echt om de inhoud en het leren van de leerlingen.”
De uitgereikte vlag zal trots wapperen tijdens de open dag later deze week. ,,Het is ook goed om dan uitleg te geven aan ouders. Zij lopen soms met vragen als: ‘Wordt de lat niet te hoog gelegd?’ Maar dat is niet wat het predicaat betekent. We willen juist een goede school voor álle leerlingen zijn”, aldus Wets.
Ook de havoafdeling van het Farel College werd opnieuw onderscheiden. De jury prijst de school om de manier waarop ze aan persoonlijkheidsvorming doet. ,,We werken aan ons onderwijs samen met de leerlingen. We willen hen betrekken in het onderwijsproces”, zegt Thijs Jan van der Leij, conrector van de school. ,,We willen leerlingen voorbereiden op de wereld en leren dat ze zelf het verschil kunnen maken.”
Het Farel College behaalde vorig jaar al het predicaat excellent voor de vwo-afdeling en hoopt daar in de toekomst één voor het vmbo-onderwijs aan toe te voegen.
In totaal zijn er in het hele land 79 uitblinkers in het basis-, speciaal- en voortgezet onderwijs die sinds gisteren de titel excellent voeren. Doordat de predicaten meerdere jaren geldig zijn, telt Nederland nu 191 excellente scholen.
Deze regio telt er vijf. Behalve het JvO, het Farel College en het Corlaer College mogen de School op de Berg in Amersfoort en de 2e Van der Huchtschool in Soest zich excellente school noemen.
Vorig jaar lag het aantal excellente scholen nog ongekend hoog. Toen mochten ook nog twee Amersfoortse scholen voor speciaal basisonderwijs, de SBO Michaëlschool en de Auris Professor Groenschool, zich excellent noemen.
Die predicaten zijn inmiddels verlopen. SBO Michaëlschool heeft geen aanvraag ingediend. ,,Wij willen elke keer een nieuw stuk binnen ons onderwijs ontwikkeld hebben”, legt Naomi van Bladel, directrice van de school uit. ,,Dat was nu niet het geval. Dus we proberen het volgend jaar weer.”
Het is niet bekend of Auris Professor Groenschool opnieuw een aanvraag heeft gedaan. De school was vandaag niet bereikbaar voor commentaar.
Afkomstig van dit artikel
Goede Voornemens
‘Ik maak mij er vaak druk over of ik mijn jeugd ideaal spendeer. Ik heb maar 80 jaar, ik kan dus geen tijd verspillen. Dit is een vervelend gevoel.’
Aldus een vijfdeklasser die zijn visie op ‘de tijd’ beschrijft. Een collega van een andere middelbare school liet me dit lezen. Het zou zomaar de gedachte kunnen zijn van een leerling op het Corlaer College.
Natuurlijk weet ik dat de ‘fear of missing out’ – de wens om alles eruit te halen wat er in zit – de generatie treft die nu in de schoolbanken zitten. De manier waarop deze leerling dit beschrijft raakt me echter. Het gevoel van onder druk te staan, iets wat heel veel leerlingen aangeven, verwoordt hij hier zó duidelijk.
De schoolvakantie is voorbij. Hoe mooi zou het zijn om juist deze generatie het komend jaar iets mee te geven in woorden en daden op het gebied van waardering en acceptatie. Ik geloof dat ik dit jaar toch aan goede voornemens doe.
Ik wens iedereen een jaar toe vol vrede en innerlijke rust. De rust om het goede te doen en de dingen met aandacht te doen. Dat komt ten goede aan de kinderen en óók aan onszelf en de wereld.
Goede Voornemens
‘Ik maak mij er vaak druk over of ik mijn jeugd ideaal spendeer. Ik heb maar 80 jaar, ik kan dus geen tijd verspillen. Dit is een vervelend gevoel.’
Aldus een vijfdeklasser die zijn visie op ‘de tijd’ beschrijft. Een collega van een andere middelbare school liet me dit lezen. Het zou zomaar de gedachte kunnen zijn van een leerling op het Corlaer College.
Natuurlijk weet ik dat de ‘fear of missing out’ – de wens om alles eruit te halen wat er in zit – de generatie treft die nu in de schoolbanken zitten. De manier waarop deze leerling dit beschrijft raakt me echter. Het gevoel van onder druk te staan, iets wat heel veel leerlingen aangeven, verwoordt hij hier zó duidelijk.
De schoolvakantie is voorbij. Hoe mooi zou het zijn om juist deze generatie het komend jaar iets mee te geven in woorden en daden op het gebied van waardering en acceptatie. Ik geloof dat ik dit jaar toch aan goede voornemens doe.
Ik wens iedereen een jaar toe vol vrede en innerlijke rust. De rust om het goede te doen en de dingen met aandacht te doen. Dat komt ten goede aan de kinderen en óók aan onszelf en de wereld.
Interview Palet
Verschenen in Palet januari 2018
Wie ben je en waar kom je vandaan?
Elizabeth: Ik kom van het ROC TOP waar ik teamleider was. Op dit MBO wordt les gegeven aan probleemjongeren op niveau 1 en 2. Ik woon in Amsterdam met mijn man, twee dochters, hond en kat.
Greetje: Via Groningen, Duitsland en Zutphen ben ik in Amster- dam beland. Negen jaar geleden oriënteerde ik me op de scholen in Amsterdam en drie scholen spraken me aan vanwege hun andere pedagogische benadering. Eén daarvan was de OSB, maar het werd de Apollo, een school voor jongeren met gedragsproblematiek. Ik was daar mentor, schoolopleider en docent Duits. Ik ben nu 21 jaar werkzaam in het onderwijs. Verder woon ik op IJburg met vriend en kat.
Christel: Ik kom uit Hilversum en werk al dertig jaar in het onder- wijs. Ik heb op verschillende scholen in het Gooi gewerkt, de laatste zestien jaar was ik afdelingsleider op het Comenius College. Omdat ik nieuwsgierig was naar andere scholen ben ik vorig jaar als interim schoolleider aan de slag gegaan, eerst in Dordrecht en nu dus in de Bijlmer.
Waarom koos je voor de OSB?
Elizabeth: Ik kende de school van de tijd dat mijn dochters zich oriënteerden op een middelbare school. Wat mij aansprak, is dat de school zo gericht is op de leerling. Wij woonden te ver weg en mijn dochters kozen voor een andere school. Ik heb nu voor de OSB gekozen, omdat ik graag op een VO-school wilde werken. Het is een leuke leeftijdsgroep en er heerst een andere ‘vibe’; er gebeurt van alles en ik heb meer persoonlijk contact met de leerlingen.
Greetje: ik wilde graag werken op een brede school met een afspiegeling van de maatschappij. De OSB is letterlijk en figuurlijk veelkleurig: veel soorten mensen met veel verschil- lende kwaliteiten en mogelijkheden.
Christel: Bij mij ging het iets anders. De OSB had voor deel- school C een collega aangenomen die zwanger was. Tot ze zou beginnen, zocht de school ze een tussenoplossing – en dat was ik. Ik was heel blij toen Saskia, de directeur, mij vroeg. De OSB is bekend in onderwijsland door het bijzondere concept, waarbij leerlingen van alle niveaus twee jaar bij elkaar in de klas zitten. Dit concept heeft juist de laatste jaren weer meer positieve aandacht.
Wat is je eerste indruk van de school?
Greetje: Er wordt veel georganiseerd, zoals alle activiteiten bij OSB-breed. Leerlingen worden écht uitgedaagd om op een hoog niveau te werken. Er stromen dan ook veel leerlingen op.
Elizabeth: De school is opgedeeld in deelscholen. Het is dus kleinschalig georganiseerd. Voor zowel leerlingen als docenten is dat prettig, omdat je fijn je eigen kleine schooltje hebt. Tegelijkertijd kan je wel profiteren van alle faciliteiten een grote school.
Christel: In het Gooi werkte ik op een wat je noemt ‘witte’ school. Ik vind het een rijkdom om op de OSB te werken met leerlingen met zo veel verschillende achtergronden, zowel sociaal als cultureel.
Wat verdient aandacht?
Greetje: Ik vind het belangrijk dat er, vooral in de onderbouw, veel structuur is. Dat leerlingen weten waar ze aan toe zijn. Ik ben ’s ochtends vroeg op school, onder andere om ervoor te zorgen dat leerlingen op tijd in de les zijn.
Elizabeth: Van oudsher is er op de OSB veel aandacht voor zorg. Voor kinderen die een beetje of wat meer hulp en ondersteu- ning nodig hebben, zoeken we een passende oplossing. Dat moet vooral zo blijven.
Christel: Iedere deelschool heeft haar eigen gezicht en dyna- miek, maar er is ook een stevig profiel als ‘heelschool’. De school geeft veel aandacht aan de professionele ontwikkeling van haar docenten en dat zie je terug in de klas.
Nog een laatste vraag: waarom adviseer je leerlingen en
ouders om te kiezen voor de OSB?
Greetje: Het is een diverse leef- en leergemeenschap met
kinderen met verschillende achtergronden. Als je dat leuk vindt,
ben je op de OSB helemaal op je plek. Iedereen mag anders zijn.
Elizabeth: De aandacht die de OSB geeft aan de individuele leerling, zeker in vergelijking tot andere scholen.
Christel: Ik adviseer ze om te kiezen voor de OSB vanwege de goede sfeer. Op de OSB worden ouders echt betrokken bij de gang van zaken op school en er is veel contact.